Carpaal Tunnel Syndroom

Het kan zijn dat de tunnel in uw handpalm te smal is waardoor pezen niet makkelijk meer door de tunnel kunnen bewegen. U heeft dan last van het carpaal tunnel syndroom. De aandoening komt veel voor bij zwangere vrouwen en mensen met reuma of diabetes. Lees hieronder meer over de oorzaak en behandeling van het carpaal tunnel syndroom.

Wat is het carpaal tunnel syndroom?

Het carpaal tunnel syndroom is een aandoening waarbij de beknelling in de carpale tunnel de oorzaak van is. Doordat deze tunnel te nauw is kunnen pezen niet makkelijk door de tunnel bewegen waardoor er klachten ontstaan. Dit zorgt ervoor dat bepaalde handelingen niet kunnen worden uitgevoerd en u zult merken dat u minder kracht heeft in de hand. Dit kan als zeer pijnlijk en vermoeiend worden ervaren.

CTS

Wat is de oorzaak?

De oorzaak van het carpaal tunnel syndroom kan verschillend zijn. Hierbij kunt u denken aan het maken van steeds dezelfde snelle bewegingen met de hand of pols. Daarnaast kan de oorzaak ook zijn dat u veel werkt met trillingen (bijvoorbeeld een drilboor) waardoor de tunnel geïrriteerd kan raken. Ten slotte kan het carpale tunnel syndroom ontstaan wanneer de hand regelmatig ver naar voren of achter gebogen wordt gehouden. 

Welke symptomen treden er op?

Op het moment dat u last heeft van het carpale tunnel syndroom kunt u hiervoor worden getest door de klachten in uw pols. Hierbij moet u denken aan een beknelling in de pols die zorgt voor een pijnlijk, tintelend en verdoofd gevoel in de vingers. Daarnaast kunt u het gevoel ervaren dat dingen snel uit handen vallen door krachtverlies en dat de pijn meestal voelbaar is in de nacht.

Hoe kunt u CTS behandelen?

Als u last heeft van het carpaal tunnel syndroom zijn er verschillende mogelijkheden om te behandelen. In de eerste plaats dient u even af te wachten, dit is bijvoorbeeld aan te raden tijdens zwangerschap. Daarnaast kunt u gebruik maken van een spalk of brace. Dit hulpmiddel ontlast de hand door middel van compressie en voorkomt verkeerde bewegingen. Mocht dit niet werken zijn er nog twee opties; een injectie of een operatie. Bij een injectie wordt er een ontstekingsremmer gebruikt met corticosteron. 

Welke risico’s hangen samen met de behandeling?

Aan een carpaal tunnel syndroom behandeling hangen risico’s aan vast. Wanneer u kiest voor een injectie dan dient u 4 tot 6 weken af te wachten of er nog klachten zijn. U kunt hiervan een ontsteking oplopen of er kan een verandering van de huidskleur optreden. Een operatie daarnaast heeft ook een aantal risico’s. Bij sommige mensen (een klein deel) kunnen de klachten terugkomen. De kans is hoger dat u klachtenvrij bent wanneer u veel klachten heeft voor uw operatie.

Na behandeling, wat nu?

Als u heeft gekozen om het carpaal tunnel syndroom in uw hand te behandelen zijn er verschillende manieren om hiervan te herstellen. Na een injectie kunt u de hand of pols weer gewoon gebruiken en dient u na 6 tot 12 weken terug te komen bij uw huisarts. Bij een operatie daarentegen dien u 3 tot 5 dagen het verband erop te laten zitten en niet nat te laten worden. Er worden oplosbare hechtingen gebruikt waardoor deze niet hoeft te laten verwijderen. U dient vervolgens binnen twee weken contact op te zoeken met uw huisarts.