Syndroom van De Quervain

Het syndroom van Quervain bevindt zich aan de zijkant van uw pols en komt vaak voor bij vrouwen tussen de 35 en 55 jaar. Daarnaast komt de blessure vaak voor bij zwangere vrouwen, kapsters, schrijvers en andere beroepen waarbij de pols helemaal wordt gebogen. Op deze pagina leest u meer over de oorzaak, behandeling en risico’s van behandeling.

Wat is het syndroom van Quervain?

Op het moment dat u een irritatie of zwelling heeft op de pezen aan de duimzijde van de pols dan heeft u last van het syndroom van Quervain. Door de zwelling kunnen de pezen niet makkelijk meer door de tunnel bewegen, waardoor de bewegelijkheid van duim en pols verminderen. Hierdoor worden pijnklachten ervaren bij bewegingen tijdens voorwerpen draaien of vastpakken.

Het syndroom van quervain

Wat is de oorzaak?

Het is nog onduidelijk hoe Quervain wordt veroorzaakt. Wat wel bekend is dat het uitvoeren van herhaalde bewegingen tijdens uw dagelijkse bezigheden een belangrijke rol hierin kunnen spelen. Hierbij moet u denken aan bewegingen waarbij de duim en pols met veel kracht wordt gebogen of gestrekt (overbelasting). Hierdoor kan de peesschede opzwellen waardoor de pezen moeilijk door de tunnel kunnen bewegen.

Welke symptomen treden er op?

Wanneer er sprake is van het syndroom van Quervain brengt dit verschillende klachten met zich mee. Zo ervaart u pijnklachten aan de duimzijde van de pols die kan uitstralen naar uw onderarm. Daarnaast treedt er een zwelling toe op de pols en ervaart u moeite met het bewegen van de pols of duim. Dit maakt het moeilijker om iets vast te pakken of om te draaien. Ten slotte kunt u het gevoel krijgen dsdvat de duim op slot zit, en zult u vooral pijn voelen als u kracht zet met de pols of duim.

Hoe kunt u Quervain behandelen?

Als u last heeft van Quervain kunt u dit op verschillende manieren behandelen. U kunt eerst proberen de klachten te verminderen door het gebruik van een spalk. Een spalk zorgt er voor dat de duim en pols minder belast worden en dus meer tijd krijgen om te herstellen. Dit kunt u prima in combinatie met oefeningen uitvoeren. Mocht dit niet helpen kunt u kiezen voor een prik met corticosteroïden. Als u alsnog klachten overhoudt kan een operatie oplossing bieden. Hierbij wordt de peesschede open gemaakt.

Welke risico’s hangen samen met de behandeling?

Aan beide behandelingen hangen risico’s aan vast. Als u kiest voor een injectie dan dient u 4 tot 6 weken af te wachten of er nog klachten zijn. De nadelen hiervan zijn dat u een een rood hoofd kan krijgen, peesbeschadiging oploopt, een ontsteking oploopt of de huidskleur verandert op de plek van de prik. Een operatie heeft ook een aantal risico’s. Zo kan er een bloeding of ontsteking plaatsvinden en kan er een doof gevoel ontstaan rondom het litteken. In het ergste geval kunnen de klachten weer terugkomen.

Na behandeling, wat nu?

Wanneer u een van de drie mogelijkheden van behandeling heeft geprobeerd en na 4 tot 6 weken nog vermindering van de klachten ervaart, dient u op controle bij uw huisarts te gaan. U kunt dan nog een prik krijgen, of de spalk iets minder dragen (maar wel blijven dragen). Een nieuwe prik is alleen aan te raden als het effect groot is maar de klachten teruggekeerd zijn. Uiteindelijk zal een operatie aan de orde zijn als de klachten niet verminderen.