Heupdysplasie

Toont alle 3 resultaten

De beste Pavlik bandage’s om kindjes met een heupdysplasie te behandelen

Een Pavlik bandage is een soort brace voor kinderen in de leeftijd tot 6 à 7 maanden. De bandage bestaat uit romgedeelte dat voorzien is van (katoenen) banden die versterkt zijn met nylon. De banden zijn aan het uiteinde voorzien van voetjes. De gehele Pavlik bandage is in te stellen door middel van klittenbandsluitingen en verstelbare gespen. Een Pavlik bandage wordt gebruikt om kindjes met heupdysplasie te behandelen. Met een Pavlik bandage wordt de ‘bewegingsvrijheid’ bepaald. Doordat de beentjes worden opgetrokken, komt de heupkop beter in de heupkom te staan. Gedurende de behandeling zal de Pavlik bandage regelmatig moeten worden bijgesteld, totdat de vereiste spreidstand is bereikt. Voor ouders is het van belang om te weten welke sluitingen van de Pavlik bandage wel of niet geopend mogen worden. Wanneer de Pavlik bandage weer af mag is het de bedoeling dat het kindjes de beentjes weer normaal gaat bewegen.


Heupdysplasie baby 

Bij heupdysplasie bij een baby wordt de heupkop onvoldoende overdekt door de heupkom. De kop zit meestal wel op de juiste plaats in de kom, maar de kom (en soms ook de kop) is onvoldoende ontwikkeld, waardoor het heupgewricht van de baby niet goed werkt. Heupdysplasie bij baby’s komt relatief veel voor: ongeveer 20 op elke 1.000 baby's wordt er mee geboren. Soms kan heupdysplasie zich na de geboorte ontwikkelen. Heupdysplasie kan ertoe leiden dat een kind moeite krijgt met lopen en staan. Een tijdige behandeling van de heupdysplasie is daarom noodzakelijk. Een behandeling wordt uitgevoegd door middel van het spreiden van de beentjes, bijvoorbeeld met een Pavlik bandage. Met een dergelijke bandage komt de heupkop goed in de kom en wordt de heupkom gestimuleerd om zich goed te ontwikkelen. Meestal duurt een spreidbehandeling voor heupdysplasie bij een baby met een Pavlik bandage of Campspreider vier tot zes maanden.  

Wat is een heupdysplasie?

Een heupdysplasie is een afwijking van het heupgewricht, waarbij de heupkom te ondiep is. De heup bestaat uit twee delen: de heupkop en de heupkom. De heupkom is een onderdeel van het bekken en de heupkop zit vast aan het dijbeen. Normaal is de heupkom diep genoeg om het grootste deel van de heupkop te overdekken, bij kinderen met een heupdysplasie is dit helaas net het geval. Tijdens de zwangerschap kan het bijvoorbeeld zo zijn dat de heupkom niet goed is ontwikkeld waardoor de kom van de heup te ondiep is. Wanneer dat het geval is, dan spreken we over een heupdysplasie. Heupdysplasie doet geen pijn, het komt echter wel best regelmatig voor, bij ongeveer 2 tot 4% van de pasgeborenen. Een oorzaak van heupdysplasie is niet echt bekend, wel is bekend dat de kans op heupdysplasie groter is in een aantal gevallen. Dat is bijvoorbeeld bij een stuitligging tijdens de zwangerschap of bevalling, als er in de familie aangeboren heupafwijkingen voorkomen of als het kind je een andere aangeboren afwijking heeft aan bijvoorbeeld de voet(en) en/of de rug.  

De campspreider is een hulpmiddel die wordt ingezet bij heupdysplasie

Een Campspreider is ook een spreidmiddel dat ingezet kan worden bij de behandeling van heupdysplasie, maar ook bij heupgewricht luxatie of heupgewricht subluxatie. De Campspreider is een heupabductie orthese die gebruikt wordt voor het narijpen van de heup bij heupdysplasie en na gereponeerde heupluxatie bij zuigelingen. Campspreider is een heupbrace die het heupgewricht fixeert in 90° flexiestelling en een 60° abductiehoek. Een Campspreider wordt net als een Pavlik bandage ingezet bij de behandeling van baby’s met een heupafwijking. De Campspreider is voorzien van een handige klittenbandsluiting en verstelbare heupscharnieren. De Campspreider vermindert de bewegingsuitslag van de heupjes en de benen van het kind waardoor de heupdysplasie kan genezen. De beentjes worden met de Campspreider in positie geplaatst waardoor de kom van het heupbeen blijft zitten en heup(sub)luxatie voorkomen kan worden.  

Heupafwijkingen komen helaas regelmatig voor bij pasgeboren baby’s

Heupdysplasie of heupluxatie zijn de meest voorkomen heupafwijkingen. De oorzaak van het ontstaan van heupdysplasie of andere heupafwijking is niet duidelijk. Wel is het zeker dat bij het ontstaan van heupdysplasie erfelijke en familiaire invloeden een rol spelen. De aandoening komt meer voor bij meisjes (80%) dan bij jongens (20%) en het gaat bij heupafwijkingen tweemaal zo vaak om de linkerheup dan om de rechter. Tijdens de zwangerschap is het heupgewricht van de ongeboren baby al volledig aangelegd. Vanaf dit moment zal het heupkommetje vanuit het centrum en langs de randen in grootte toenemen. Ook het heupkopje groeit vanuit het centrum. Bij heupafwijkingen kan het gewrichtje vanaf dat moment al instabiel worden. Het heupkopje kan bijvoorbeeld uit de kom worden gedrukt vanwege een liggingsafwijking van de baby in de baarmoeder. Soms komt een heupafwijking bij een baby voor in combinatie met andere aangeboren afwijkingen, zoals spina bifida (open ruggetje), klompvoetjes of torticollis (scheefhals).